Ik wil (niet) meer
Kent u dat versje van Annie MG? Van “Ik wil niet meer, ik wil niet meer, ik wil geen handjes geven!” Het is natuurlijk geschreven voor kinderen maar voor volwassenen toch ook zo herkenbaar?
Wanneer je kinderen krijgt veranderd er iets wezenlijks in je leven, er moet opeens van alles geregeld en aangepast worden rondom zo’n kleine en wanneer je dat niet doet heb je daar vervolgens zelf ook veel last van. Er moet gevoed, geslapen, schoongemaakt, gegeten, gekleed, gebadderd, gedragen, opgevoed, gewiegd, en geknuffeld worden. En nog veel meer.
Een criticus zal nu zeggen ‘nou ja moet, moet, wees blij dat het mag!’ en daar ligt wat mij betreft nu precies het pijnpunt… Want natuurlijk is het fantastisch dat er in je buik een mini mensje groeit. Een perfect wezentje helemaal ontstaan uit jou en je partner. Dat vervolgens jou het allerbelangrijkste vindt en dat bij jou op mag groeien tot een volwassen mens. Maar dat maakt niet dat alles leuk is. Of mooi. Of lekker ruikt… En soms wil ik dus niet meer. Gewoon, eventjes. Niets.
Hoe vaak krijg je te horen dat je moet genieten? Dat als je maar …. je kind vanzelf opgroeit/je bevalt zonder pijn/je kindje niet zal huilen/de nachten beter zullen zijn/de borstvoeding wel zal slagen/alles goed zal komen? We weten toch allemaal dat dat vaak voor sommige mensen geldt, of voor velen, maar niet altijd voor jou? Dat je eigen kindje echt komt zonder gebruiksaanwijzing en dat algemene dingen niet voor iedereen werken?
Dat je vooral dankbaar moet zijn dat je een kind kunt krijgen, dat er vele mensen zijn die dat zouden willen en niet kunnen. Laat ik heel erg duidelijk zijn: ik ben ook ongelooflijk blij dat ik een kindje heb. En is het verschrikkelijk verdrietig dat er mensen zijn die dolgraag een kind willen en bij wie het niet lukt. Dat is helemaal geen discussiepunt. En natuurlijk ben ik gek op mijn baby, is hij het mooiste wat er is. En het liefste. Maar wanneer je in een rolstoel zit, en niet kunt lopen omdat je benen zo’n pijn doen, dan zegt men toch ook niet dat je niet moet klagen want dat er mensen zonder benen zijn? Dan zou je nergens meer iets bij mogen voelen of vinden. Soms bestaan dingen gewoon naast elkaar.
Er zijn echt genoeg momenten dat ik me suf geniet, meer dan ik ooit had kunnen denken! Maar er zijn ook momenten dat ik niet meer wil. Momenten van ziekte, van gillen, van een ontploft huis met 100.000 wachtende klussen, van een zeurende werkgever. Of van kots en poep en koorts en zorgen. Van slapeloze nachten en geskipte slaapjes overdag en een vriend die onaardig en kortaf is. Van dingen die alsmaar stuk gaan en leuke dingen die niet doorgaan. Of dat alles tegelijk. Dan wil ik weigeren handjes te geven en met vuile schoenen op de canapé. Dat zijn momenten dat ik het zwaar vind, en ongezellig en vermoeiend. Vooral vermoeiend. Dat ik wil dat mijn partner het overneemt en oplost maar dat hij dan eigenlijk op hetzelfde punt zit. En dat anderen even niet voor handen zijn, of pas morgen, of straks. En op dat moment wil ik “heel hard gillen Neeeee!”
En ben ik ergens waar andere kinderen zijn en dan hoor ik de kinderen tussen de pakweg twee en zes jaar zo heerlijk duidelijk zeggen ‘Ik wil…’ en dan een punt. Of een uitroepteken! Of juist ‘Ik wil niet ….’. Soms vergezeld van zo’n dreinerig toontje. En dan moet ik een beetje glimlachen, want ik zou dat ook zo graag zo doen. Gewoon korte zinnen, met een punt of een uitroepteken. En vooral dat men daar dan naar luistert. Maar zo werkt het niet voor grote mensen. Helaas.
Ik probeer het wel eens hoor, gewoon duidelijk aangeven wat ik wel of niet wil, maar als ik het zo doe als een kind dat doet, lachen ze me uit. Of ze denken dat ik gek geworden ben en ze worden boos. Vooral als het botst met wat zij eigenlijk willen. Dat gaat zo maar niet, dat je wensen ingewilligd worden wanneer je iets roept. Nee, dan moet je op z’n minst wat vriendelijke woorden toevoegen, en het graag ook meer brengen als vraag dan als stelling. ‘Ik zou zo graag even willen slapen zonder onderbreking, zou jij misschien heel even op kunnen passen en dan iets leuks met baby gaan doen alsjeblieft?’ Misschien nog een scheutje drama toevoegen als ‘ik weet niet hoe ik het anders vol moet houden, en ben je eeuwig dankbaar’. Dat zou kunnen werken.
Maar goed, het komt er op neer dat ik zo nu en dan liever met de melkboer mee zou willen (laat dat paardje zoenen maar) in plaats van alles zelf oplossen in deze chaos. Maar puntje bij paaltje wordt ik er wel blij van als ik het allemaal gedaan heb. En trots. En gelukkig. En voor ik het weet….zit ik weer als een blij ei te genieten van dat kind… en spreek ik gewoon weer met twee woorden.