Als de tranen bij iedereen
beginnen te komen.
‘Overdag is het redelijk oké, er komt soms kraambezoek en dat vindt ik heel leuk. Mijn zoon lijkt daar weinig last van te hebben, hij slaapt, of is eventjes wakker. Het begint zo rond een uur of vier, dan wordt hij onrustig en begint steeds meer te huilen. Niks lijkt meer goed, alleen aan de borst liggen, maar ook maar eventjes. Ik loop maar rond, en probeer het eten dan ’s morgens al klaar te maken, zodat dat later op de dag niet meer hoeft. Hij wil of kan niet slapen, en ik voel de stress toenemen bij mezelf. Ik heb hem tegen me aan, zing of praat, heb hem in de drager gehad, verschoond en wieg hem zachtjes heen en weer. Ik tel af naar het moment dat mijn man thuiskomt. Als die er is mag hij hem direct overnemen. Even mijn armen vrij. Ze doen pijn.’
Vroeger waren er uren gekoppeld aan de term huilbaby, een minimum waaraan een baby moest voldoen anders heette het niet zo. Dan had de baby veel temperament, of krampjes maar verder niets. Eerst waren dat vele uren, toen 3 uur per dag voor tenminste drie weken. Tegenwoordig hebben ze dat los gelaten. Nu noemen ze op de meeste plekken een baby een huilbaby (of excessief huilen) wanneer de ouders dat zo ervaren. Dat is een belangrijke verandering, want hoewel het kan helpen te weten wat ‘normaal’ is, men voelt zich vaak niet gehoord wanneer hun kind ergens net niet aan voldoet en weer weggestuurd wordt met ‘het gaat wel weer over’ of ‘het wordt vanzelf minder’.
‘Gedurende de dag doe ik alles wat ik heb kunnen vinden dat verstandig is: je baby bij je houden, regelmaat en structuur aanbrengen in handelingen (slapen, spelen/knuffelen, drinken, verschonen, slapen enzovoort), prikkels beperken enzovoort. Ik weet dat huilen er bij hoort en heb ook geen moeite als mijn kind van zich laat horen. Maar van het idee dat dit tot zeker 23:00 vanavond duurt, en ook vannacht weer terugkomt wordt ik zo moedeloos. En dan stress ik omdat ik weet dat hij mijn onrust voelt.’
Veel ouders vinden het best spannend, dat kindje dat er op eens is, van alles nodig heeft. Doe ik het wel goed? Herken ik de behoefte wel? Zie ik niets over het hoofd? En wanneer je gaat stressen over de stress zit je in een cirkeltje dat lastig te doorbreken is. Het is net zoiets als niet kunnen slapen omdat je vindt dat je moet slapen. Of als iemand zegt dat je wel ‘moet genieten’, dat is een contradictio in terminis, een tegenstelling, iets dat niet samen gaat. Moeten genieten werkt niet, wakker liggen van het idee dat je moet slapen ook niet. Stressen omdat je vindt dat je niet mag stressen; je raadt het al; daar kom je niet even uit.
‘We proberen afspraken te maken over wie wat doet. Ik doe natuurlijk de voedingen maar mijn man verschoont als hij er is. Het lopen met hem of wiegen op onze arm wisselen we af. Mijn man heeft een speciale techniek daarvoor die wel lijkt te werken, alleen niet lang vol te houden is. En het eruit naar hem toe ’s nachts verdelen we ook. Maar we zijn zo moe. Soms moet ik huilen omdat hij huilt en ik het bijna niet op kan brengen om naar hem toe te gaan. Mijn man neemt het over als ik niet meer kan maar ik zie dat hij ook op is. Hij moet ook werken, en we proberen ook te zorgen dat het huis niet één grote bende is. We kijken elkaar soms aan zo van ‘waar zijn we in terecht gekomen?!’’
Toch ligt daar vaak wel de oplossing, in het vinden wat jou ontspant. Want als hij bij jou is, en jouw hartslag is kalm, heeft dat effect op hem. In het begin ben jij de gene die je kindje reguleert. Dat kan hij zelf nog niet. Dat is soms ook de reden dat een baby bij een ander (bijvoorbeeld een opa of oma) wel rustig is. Maar hoe vindt je dan uit hoe jij kalmeert in deze situatie? Moet je er nu nog meer bij gaan doen? Nee meestal niet. Meestal kan je wanneer er iemand meekijkt wel dingen vinden die wel goed gaan en ontspannen. Die jou helpen. Is dat als er iemand bij je is? Is dat wanneer je iets meer geslapen hebt? Wanneer je duidelijke afspraken hebt? Iemand iets overneemt? Soms is het best even lastig uit te vinden wat dan, en soms moet je even iets los laten, letterlijk of figuurlijk.
‘De arts vind niks, de verpleegkundige lacht en zegt dat hij er heel tevreden uitziet. Ik voel me niet gehoord. Ja bij hen kom ik overdag, hij slaap soms als we er zijn. Ik merk hoe hoog mijn tranen zitten. En ik merk dat de gedachte dat ik het niet volhoud steeds vaker voorbij komt. Ze zeggen allemaal dat het na zes weken minder wordt, maar daar zijn we al lang voorbij en ik merk het niet.’
Om te beginnen adviseer ik iedereen zijn of haar eigen gevoel serieus te nemen. Of je je nu afgepeigerd voelt, emotioneel labiel, boos of verdrietig of wat dan ook; het is oké. Je zit nu in een rollercoaster en daar horen nu eenmaal emoties bij. Dat mag je voelen, en dat mag je ook zeggen bij voorkeur tegen iemand die dit ook serieus neemt, doet er niet toe wie. Iemand bij wie je je veilig voelt. Het is belangrijk aan de bel te trekken als je vermoed dat er echt iets aan de hand is met je baby, zodat een professional uit kan sluiten dat er fysiek iets speelt. Daarna is het zaak te vinden wat jou (en je partner) ruimte geeft, rust, energie, wat dan ook. Dat kan zijn dat een vriendin of buurvrouw een rondje loopt met de kinderwagen terwijl jij even doucht of leest of slaapt. Of een oma die een (deel van de) nachtdienst op zich neemt. Het kan zijn dat je partner een fles geeft (al dan niet met gekolfde melk) zodat jij kunt slapen. Of dat je de momenten die rustiger zijn anders indeelt voor jezelf, andere taken afschuift. Of misschien is het voor jou iets heel anders.
‘Het duurde ontzettend lang maar uiteindelijk vonden we alle drie onze manier. Het huilen werd minder, niet na zes weken maar op een gegeven moment merkte ik afname. In het begin durfde ik dat niet hardop te zeggen. Maar het was echt zo. De nachten zijn nog steeds gebroken, meer dan bij een ander kind schijnbaar, maar wij kunnen er wel beter mee dealen omdat we onze avond (deels) terug hebben. We leggen ons er bij neer dat dat soms is met een baby bij ons beneden, en dat hij af en toe een avond erg onrustig is en bijvoorbeeld wil clusteren. Het lijkt of onze zoon nu beter weet wat hij kan verwachten en dus relaxter is. En omdat dat huilen niet meer als een donderwolk boven ons hangt elke dag, voelt ik me optimistischer en rustiger. Ik ben er van overtuigd dat dat met elkaar samen hangt.’
Wanneer jij of jullie het gevoel hebben vast te zitten in een cirkeltje, er niet samen uit te komen, wanneer de tranen bij allemaal komen in plaats van alleen bij je kindje, je hoeft het niet alleen te doen. Zoek hulp van naasten of een professional. Wij kunnen je hier bij helpen. Omdat wij niet vast zitten in de emoties en de slapeloosheid is dat echt een andere kijk. Bovendien hebben we inmiddels een behoorlijke lijst van dingen die helpend zijn waar je nooit van gehoord had, of met dingen die zo voor de hand liggen dat je er misschien nooit op gekomen was. Samen maken we stap voor stap een plan waar jullie je in kunnen vinden en hoe je verder kunt. Rustiger, zekerder, en met meer slaap en energie.